1,3% van de Nederlandse bevolking tussen de 18 en 65 jaar heeft de diagnose bipolaire stoornis gekregen. Dit percentage is relatief hoog, dus ook jij kan een bipolaire stoornis krijgen. Het is belangrijk om een bipolaire stoornis zo snel mogelijk te herkennen. Hoe eerder je de stoornis ontdekt, hoe eerder je de hulp kunt inschakelen van een professional. Wil je weten of jij deze stoornis hebt? In dit artikel lees je waaraan je de stoornis kunt herkennen.
Inhoudsopgave
Wat is een bipolaire stoornis?
Een bipolaire stoornis wordt ook wel een manische depressie genoemd. De ziekte bestaat uit het volgende:
- Manische perioden: in deze perioden ben je actief, zelfverzekerd en vrolijk;
- Hypomane perioden: in deze perioden gedraag je je anders dan normaal, maar minder heftig dan in een manische periode.
- Depressieve perioden: in deze periode ben je juist passief en somber.
- Klachtenvrije perioden: in de andere 3 perioden lijk je een compleet ander mens. In een klachtenvrije periode ben je echter jezelf en is er niets aan de hand.
Hoe kun je deze stoornis krijgen?
Je wordt niet geboren te zijn met een bipolaire stoornis. Er zijn verschillende oorzaken waardoor je door de jaren heen deze ziekte kunt ontwikkelen.
We benoemen de mogelijke oorzaken hieronder:
- Jeugdtrauma’s: wanneer je in je jeugd een traumatische ervaring hebt opgedaan, zoals bijvoorbeeld een mishandeling of misbruik, kun je een bipolaire stoornis ontwikkelen. Dit hoeft echter niet altijd zo te zijn.
- Erfelijkheid: is 1 van je ouders bipolair? Dan is de kans groot dat jij ook deze stoornis krijgt. Je hebt er dan namelijk 10 tot 20% meer kans op dan iemand die geen bipolaire ouder heeft. Echter is het niet vanzelfsprekend dat je zelf een bipolaire stoornis krijgt als 1 van je ouders de ziekte heeft.
- Omgevings- en sociale factoren: ook omgevingsfactoren en sociale factoren kunnen de oorzaak zijn van een bipolaire stoornis. Zo kan het gebruiken van alcohol of drugs de kans op de stoornis verhogen.
Waaraan kun je de stoornis herkennen?
Om de stoornis te kunnen herkennen, is het belangrijk dat je elke periode herkent waaruit de stoornis bestaat. Daarom leggen we hieronder de kenmerken van elke periode uit.
Een manische periode
In een manische periode kun je niet meer realistisch nadenken. Daardoor zie je ook niet meer de gevolgen in van de dingen die je doet. Meestal word je door mensen uit je omgeving op jouw gedrag aangesproken.
De manische periode kun je aan de volgende factoren herkennen:
- Je hebt veel energie;
- Je hebt de drang om veel te praten;
- Je kunt je moeilijk concentreren en bent snel afgeleid;
- Je onderneemt veel activiteiten op bijvoorbeeld school of werk, maar ook thuis en op sociaal gebied;
- Je hebt grootse ideeën en denkt dat je de wereld aankunt;
- Je doet dingen ondoordacht: zo kun je keuzes maken die in deze periode heel goed lijken te zijn, maar die achteraf juist erg onverstandig blijken te zijn;
- Je doet dingen die niet kloppen bij hoe je je daadwerkelijk voelt. Zo kun je tijdens een manische periode vreemdgaan, terwijl je eigenlijk heel veel van je partner houdt.
- Je hebt weinig behoefte aan slaap. Na dat je een klein aantal uren hebt geslapen, voel je je alweer helemaal fit;
- Je voelt je rusteloos en hebt de hele dag door jagende en/of drukke gedachtes.
Een hypomane periode
Een hypomane periode lijkt op een manische periode. Toch zijn er een aantal verschillen. Zo duurt een hypomane periode doorgaans korter dan een manische en zijn de kenmerken ervan minder heftig. De dingen die je tijdens de hypomane periode doet, hebben dan ook minder invloed op jouw directe omgeving dan de dingen die je in een manische periode doet.
Een klachtenvrije of depressieve periode
Na een manische of hypomane periode volgt de klachtenvrije of de depressieve periode.
Een depressieve periode herken je aan de volgende factoren:
- In plaats van dat je heel veel energie hebt, voel je je juist heel moe;
- Doordat je zo moe bent, heb je zelfs geen zin om iets te doen;
- Je bent besluiteloos en voelt je waardeloos;
- Je hebt nauwelijks of zelfs helemaal geen eetlust;
- Je kunt je niet goed concentreren;
- Je hebt last van slaapproblemen;
- Je hebt lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, buikpijn en/of zelfs rugpijn;
- Je kunt zelfs niet meer willen leven.
Kortom: in een depressieve periode voel je je erg depressief en juist het tegenovergestelde als in een manische periode.
Waarom is het belangrijk om hulp te zoeken als je deze ziekte hebt?
Als je een bipolaire stoornis hebt, zijn er bepaalde maatregelen nodig om ermee te kunnen leven. Zo kan het gebruiken van medicijnen al helpen. Daarnaast is het erg belangrijk om veel over de ziekte te weten te komen, zodat je ook goed weet hoe je met deze ziekte om kunt gaan. Een professional kan jou hierbij helpen.
Bovendien is het niet alleen voor jezelf, maar ook voor jouw directe omgeving erg lastig als je deze ziekte hebt. Door een voorlichting of cursus over deze stoornis te volgen, leren de personen in jouw omgeving hoe ze met deze ziekte om kunnen gaan.
